Casus (Karel)

Karel is 24 jaar als hij wordt opgenomen via een rechterlijke machtiging op de gesloten opnameafdeling van psychiatrische ziekenhuis. Veelkanten in Heerhugowaard. Karel woont alleen in een flat. Al een tijd lang houdt hij familie, kennissen en vrienden buiten de deur. Hij is super-achterdochtig. Hij meent dat iedereen die bij hem in huis komt, iets met zijn eten doet. Karel is ervan overtuigd dat hij beschikt over een zeer bijzondere gave. Hij kan ruiken of iets in orde is of niet. Als Karel boodschappen doet, dan ruikt hij of de etenswaar in een bepaalde winkel goed is of niet. Vaak belandt hij uiteindelijk in een winkel een aantal dorpen of steden verderop, waar dan ‘goede’ etenswaar te koop is.

Omdat etenswaar kopen een zeer tijdrovende bezigheid is geworden voor Karel, schiet het eten er nog wel eens bij in. De vader van Karel maakt zich ernstige zorgen over de lichamelijke en psychische toestand van zijn zoon. Deze situatie duurt namelijk al een jaar. De vader heeft steeds minder zicht op de toestand van Karel. Daarom heeft hij diverse keren contact gehad met de crisisdienst. De crisisdienst van de GGZ is al een aantal keren bij Karel thuis geweest. Één keer hebben zij hem kunnen motiveren tot een vrijwillige opname. Karel had echter al snel bekeken in het psychiatrische ziekenhuis, hij vond zichzelf niet ziek, hij beschikte alleen over een gave die niemand begreep. Karel ging de volgende dag met ontslag. Voor de crisisdienst wordt het steeds lastiger om contact te onderhouden met Karel, omdat hij hen ook buiten de deur houdt. Omdat Karel er steeds slechter uitziet en zichtbaar gewicht verliest, besluit de crisisdienst van de GGZ een RM-procedure op te starten. Het gevaarcriterium was gevaar voor ondervoeding en zelfverwaarlozing. Karel krijgt de RM en is inmiddels opgenomen.

De opname

Op de gesloten afdeling laat Karel merken dat hij erg boos is over de gang van zaken. Hij is niet boos op de artsen en verpleegkundigen van het ziekenhuis, maar op de rechter die geen begrip heeft voor zijn bijzondere gaven. In het opnamegesprek geeft Karel aan zijn RM te willen aanvechten en dat hij geen medicatie wil. Want hij is immers niet ziek, alles berust op een groot misverstand.

Karel laat zijn boosheid merken door passiviteit. Hij ligt de hele dag op bed, wil geen therapie volgen en ook voor d tv komt hij niet naar de huiskamer. Als een verpleegkundige bij hem op zijn slaapkamer komt, is hij wel vriendelijk. Hij begint dan uit te leggen dat hij uit verzet niet naar de huiskamer komt. Zijn verhaal is dan erg incoherent en bevat veel uitspraken die wijzen op een bloeiende psychose. Hij vertelt over vrienden die een verkeerde invloed hebben  op etenswaren, dit ruikt hij. Ook zegt hij te kunnen ruiken of mensen goede of slechte bedoelingen hebben en of bepaalde vertrekken en of bepaalde vertrekken in het ziekenhuis oké zijn of niet. Als hij zijn overleden oma ruikt, is het goed.

Karel zoekt ook regelmatig (meerdere keren op een dag) een verpleegkundige op om zijn onvrede te uiten. Karel blijft vriendelijk en correct in het contact. Ten opzichte van het eten blijft Karel achterdochtig. Hij meent dat zijn slechte vrienden contact met de kok hebben en dat zijn eten daarom toch beïnvloed is. De ene keer eet hij wel, de andere keer eet hij niet. Er is echter geen sprake van gewichtsverlies, want als Karel eet, dan eet hij veel. Karel is een maand opgenomen. Hij heeft zelf nog niets ondernomen om zijn RM aan te vechten. Hij blijft passief, volgt geen therapie en komt niet naar de huiskamer voor de tv of een spel. De verhalen blijven hetzelfde en Karel wil nog steeds geen medicatie. Hij blijft wisselend eten en nog steeds is er geen sprake van gewichtsverlies. Het verpleegkundige team raakt doodmoe van het stimuleren en wordt moedeloos…

Eén keer ging hij op eens compleet door het lint, toen een verpleegkundige hem bleef stimuleren om te eten. Hij gooide een stoel door het raam en de verpleegkundigen moesten alarm geven. De anderen cliënten waren erg geschrokken en je collega heeft zich daarna ziek gemeld – Karel kwam eerst met de stoel op haar af en het leek eerst alsof hij de stoel op haar zou gooien. Zij is gigantisch geschrokken. Tegen zijn wil in komt Karel in de separeer terecht. Hoelang moet en kan dit nog duren? Wat moet je daarmee?